Tijdens het
intakegesprek wordt behalve naar persoonlijkheid, vrijetijdsbesteding en
relationele ervaring ook gepeild naar het beeld van een toekomstige partner.
Sommige kandidaten laten veel open, anderen verschijnen met een uitgebreide
wishlist op het gesprek. Een hoog opgeleide vrouw met een witblonde carré die
minstens 8 jaar jonger is, maatje 36 heeft en maximum twintig kilometer
verderop woont? Een bemiddelde, grote zakenman met brede culturele en sportieve
interesses en maximum één kind tussen 5 en 12? Vinden we iemand die aan dat
beeld beantwoordt, dan stellen we die met plezier voor. Maar of veel leden aan
zo’n ideaalbeeld beantwoorden, is nog iets anders. Hoe scherper de wensen, hoe
moeilijker het wordt. Realiteitszin en flexibiliteit zijn twee sleutelbegrippen
in het proces van relatiebemiddeling. Ik zie mensen vaak struikelen over een
tekort aan centimeters of een teveel aan kilometers. Soms wordt er besloten
niet in te gaan op een voorstel tot ontmoeting omdat mevrouw haar taille niet
smal genoeg is (‘mevrouw mag nog zoveel kwaliteiten hebben, als ze niet mager
is, dan gaat het niet voor mij’), omdat mijnheer toch ietsje te klein is (‘als
ik hakken draag, toren ik boven hem uit!’), of omdat mevrouw en mijnheer te ver
van elkaar wonen (‘een straal van 30
km vind ik toch het maximum’). Je mag de lat hoog leggen
en ons systeem laat dat ook toe, maar wie een beetje water bij de wijn wil
doen, zich ontvankelijk opstelt en met een open geest naar de ontmoetingen
gaat, vergroot zijn of haar slaagkans aanzienlijk.